Over de jaren ben ik het in bouwgeschillen frequent tegengekomen. Een aannemer vordert vergoeding van meerwerk, maar zijn opdrachtgever weigert dit te betalen. Als reden stelt hij dat hij vooraf nooit is geïnformeerd over de hoogte van de kosten.
Afhankelijk van de partij die ik dan bijstond, werd als (tegen)argument aangedragen: de opdrachtgever had uit zichzelf moeten begrijpen dat er extra kosten aan het meerwerk verbonden zouden zijn, zonder dat de aannemer vooraf een concreet bedrag had hoeven noemen; óf de aannemer had ten minste voor de hoogte van die extra kosten moeten waarschuwen zodat de opdrachtgever nog had kunnen beslissen om van het meerwerk af te zien. In alle eerlijkheid: voor beide posities is wat te zeggen.
Wie juridisch gezien hierin gelijk had, was echter lange tijd geen uitgemaakte zaak. Er was geen consistente lijn te ontdekken in de rechtspraak. De Hoge Raad deed op 1 juli 2022 een uitspraak waarin zij de knoop doorhakte
Hoe luidt de wet?
De aannemer dient bij een opdracht tot meerwerk tijdig aan de opdrachtgever de noodzaak van een prijsverhoging c.q. extra kosten te melden, tenzij de opdrachtgever die noodzaak van een prijsverhoging uit zichzelf had moeten begrijpen. Dit is in een notendop artikel 7:755 BW.
Opdrachtgever moet zelf vragen om een kostenindicatie
De Hoge Raad heeft nu op basis van de wetsgeschiedenis geoordeeld, dat die waarschuwingsplicht van de aannemer niet zover gaat dat hij opdrachtgever een reëel inzicht moet bieden in de omvang van die prijsverhoging of meerkosten. Het is juist aan de opdrachtgever om de aannemer te vragen de omvang van die extra kosten te begroten zodat hij vervolgens kan beslissen of hij die opdracht tot meerwerk wil verstrekken.
UAV 2012
Aangenomen kan worden dat voorgaande uitleg ook geldt bij de toepassing van § 36 UAV 2012.
Waarschuwingsplicht aannemer
Natuurlijk betekent dit alles niet dat de aannemer carte blanche heeft. In de eerste plaats dient hij de opdrachtgever te waarschuwen dát er extra kosten zullen zijn óf dient de aannemer aan te tonen dat de opdrachtgever dit uit zichzelf had moeten begrijpen. Indien er vervolgens geen duidelijke afspraken blijken te zijn gemaakt over de omvang van die extra kosten, dan kan de aannemer slechts “een redelijke prijs” in rekening brengen.
Redelijke prijs
‘Een redelijke prijs’ is natuurlijk een vrij abstract begrip waarover ook het nodige gesteggeld kan worden. In de basis heeft de aannemer de bewijslast van de stelling dat hij een redelijke prijs vraagt, maar neemt een opdrachtgever een groot risico wanneer hij die prijs simpelweg afdoet als niet redelijk. Ik raad opdrachtgevers altijd aan om zo’n betwisting goed te motiveren, bijvoorbeeld aan de hand van een calculatie van een deskundige of een offerte van een andere aannemer.
Gevolgen voor de praktijk
Positief aan het arrest van de Hoge Raad is dat er duidelijkheid is gekomen. Ook wordt hiermee de pas afgesneden van opdrachtgevers die het weinig sympathieke standpunt innemen geen enkele vergoeding voor evident meerwerk verschuldigd te zijn, louter omdat de aannemer niet ergens op schrift, app of e-mail een bedrag heeft genoemd en/of niet kan aantonen enig bedrag mondeling te hebben medegedeeld aan de opdrachtgever.
Het voorgaande laat onverlet dat alle partijen in een bouwproces er goed aan doen om tijdens de uitvoering van het werk duidelijk te blijven communiceren en afspraken vast te leggen, ook voor wat betreft meerwerk. Een gebrek aan communicatie of het niet duidelijk vastleggen van afspraken zijn namelijk grote oorzaken van bouwgeschillen. Anders gezegd: papier is geduldig. Want als een conflict ontstaat, blijken partijen vaak werkelijk niet meer te weten wat besproken en afgestemd is óf hebben zij ineens last van selectief geheugenverlies.
Vragen?
Heeft u vragen over het bovenstaande of wilt u graag afspraken met een opdrachtgever of aannemer laten vastleggen? Mijn collega’s – gespecialiseerd in het bouwrecht – en ik helpen u graag verder!