De turboliquidatie van de B.V.

8 jun 2021

De meest voorkomende manier waarop een besloten vennootschap in Nederland tot haar einde komt is niet door een faillissement, maar door een zogenaamde turboliquidatie. Zoals de naam al suggereert, kan dit vrij snel plaatsvinden. Bovendien is het relatief goedkoop en eenvoudig. Toch heeft het in de volksmond een bedenkelijke reputatie, met name omdat deze door de wet geboden mogelijkheid regelmatig wordt misbruikt.

Beëindiging B.V.

Een rechtspersoon (vaak een b.v.) heeft vrijwel altijd zowel bezittingen als schulden. Wanneer (een) bestuurder(s) of aandeelhouder(s) de onderneming wensen te beëindigen, al dan niet op eigen initiatief, kan dat op verschillende manieren. Indien de vennootschap nog bezittingen heeft, kan worden gekozen voor een faillissement, het vereffenen en liquideren van de bezittingen of een crediteurenakkoord.

Wanneer de vennootschap geen bezittingen meer heeft, zou het onzinnig zijn een faillissement aan te moeten vragen. Het brengt de toch al overbelaste rechterlijke macht alleen maar meer werk, terwijl de curator geen loon tegemoet kan zien omdat er niets in de boedel zit. Ook vereffening gevolgd door een crediteurenakkoord en liquidatie is dan geen optie, omdat er niets onder de crediteuren te verdelen valt.

Het in stand houden van een lege B.V. is voor bestuurders/aandeelhouders vaak ook geen aantrekkelijke optie. In dat geval moeten er namelijk nog steeds jaarlijks kosten worden gemaakt voor aangiftes, aandeelhoudersvergaderingen, het bijhouden van een administratie, jaarrekeningen, enz. Daarom heeft de wet de mogelijkheid van de turboliquidatie in het leven geroepen.

De turboliquidatie

De ‘turboliquidatie’ is geen officiële term, maar kent wel een wettelijke grondslag, namelijk art. 2:19 lid 4 BW. Juridisch spreekt men over de onmiddellijke ontbinding van een vennootschap bij gebrek aan baten. Dit is bijvoorbeeld mogelijk wanneer u diensten leverde en geen opdrachten meer heeft of wanneer u zaken verkocht en de volledige voorraad is verkocht. Na ontbinding hoeft er geen traject meer te worden gevolgd waarbij een derde overzicht houdt over de verdeling van de bezittingen. Door de ontbinding eindigt de vennootschap te bestaan. Daardoor is een turboliquidatie snel, eenvoudig en aantrekkelijk om tot beëindiging van de vennootschap te komen.

De procedure

Een turboliquidatie komt tot stand door een besluit van de aandeelhoudersvergadering vastgelegd in notulen, dat vervolgens ingeschreven wordt bij de KvK. De KvK onderzoekt slechts summier of er daadwerkelijk geen baten meer zijn en gaat in dat geval over tot uitschrijving van de vennootschap. Dat is alles. Het hoeft niet eerst gepubliceerd te worden en schuldeisers krijgen geen termijn om in verzet te komen (zoals bijvoorbeeld wel bij faillissement).

De bewaarplicht

De administratie van de vennootschap moet nog ten minste 7 jaar worden bewaard. De persoon van de bewaarder wordt geregistreerd bij de KvK.

Misbruik van de regeling

Een turboliquidatie is mogelijk wanneer er geen baten meer zijn. De wet zegt niets over schulden, die mogen dus nog gewoon aanwezig zijn. Geen wonder dat er helaas ook aandeelhouders en bestuurders zijn die de turboliquidatie misbruiken om zich té makkelijk van schuldeisers te ontdoen.

Persoonlijke aansprakelijkheid van de bestuurder

Een turboliquidatie is niet altijd geheel risicoloos. Wanneer achteraf blijkt dat er wel degelijk baten waren en/of dat de bestuurder voorafgaand aan de ontbinding nog foutieve betalingen heeft gedaan, kan de bestuurder onder omstandigheden persoonlijk aansprakelijk zijn. Voorbeelden van foutieve betalingen zijn dividenduitkeringen (vlak) voor ontbinding en selectieve betalingen (waarbij de ene schuldeiser bewust is voldaan en anderen bewust niet, zonder geldige reden). Dit risico op persoonlijke aansprakelijkheid is niet alleen aanwezig wanneer de bestuurder derden opzettelijk probeert de benadelen, maar speelt ook als de bestuurder het besluit tot een turboliquidatie met de beste intenties heeft genomen.

De risico’s voor schuldeisers in een procedure

Wanneer een schuldeiser van oordeel is dat de bestuurder van de vennootschap ten onrechte een turboliquidatie heeft doorgevoerd, kan hij dit aan de rechter voorleggen. De bewijslast van het bestaan van eventuele baten of foutieve betalingen rust op de schuldeiser die zich niet neer wil leggen bij de turboliquidatie.

Dergelijke rechtszaken van schuldeisers tegen voormalig bestuurders lopen vaak stuk op het zogenaamde causaal verband tussen het bestaan van baten/de foutieve betalingen de omvang van de aansprakelijkheid. Als een schuldeiser er bijvoorbeeld in slaagt aannemelijk te maken dat er nog € 5.000,– aan baten waren, betekent dit dat de bestuurder hooguit voor dit bedrag aansprakelijk is en niet voor de totale vordering van de schuldeiser.

Dit zou anders kunnen zijn indien de baat de vordering betreft die een B.V. of een curator heeft op de bestuurder omdat bijvoorbeeld jaarrekeningen te laat zijn gedeponeerd. Dat wordt volgens de wet gezien als zogenaamd kennelijk onbehoorlijk bestuur. In een dergelijk geval zou de bestuurder aansprakelijk kunnen zijn voor het hele faillissementstekort en daarmee dus ook voor (het restant van) de vordering van de schuldeiser.

Faillissement of vereffening?

Een schuldeiser die kan aantonen dat de vennootschap toch baten had, kan de rechtbank alsnog om benoeming van een vereffenaar vragen. Ook kan hij het faillissement aanvragen, daarvoor is wel nodig dat hij tevens aantoont dat de ontbonden vennootschap nog minstens een andere schuldeiser had.

Wanneer dat verzoek wordt gehonoreerd, neemt de vereffenaar of de curator het over en kan de schuldeiser slechts afwachten of er ooit nog een uitkering op zijn vordering volgt.

Het staat de schuldeiser echter ook vrij om de bestuurder rechtstreeks aan te spreken op grond van een onrechtmatige daad. Het recht kent namelijk geen regel die inhoudt dat de schuldeiser eerst het faillissement zou moeten aanvragen.

Aandachtspunten

Overweegt u een turboliquidatie? Zorg in de eerste plaats dat de administratie op orde is en alle jaarrekeningen (tijdig) zijn gedeponeerd. Daarnaast is het aan te bevelen een eindbalans op te laten stellen per ontbindingsdatum waaruit volgt dat er geen baten meer zijn. Ten slotte wordt aangeraden om met uw advocaat te bekijken welke risico’s er mogelijk nog zijn. Zijn er bijvoorbeeld recent nog overeenkomsten aangegaan? Heeft u zich als bestuurder ergens privé verbonden ten behoeve van de vennootschap? Zijn er onlangs nog betalingen uitgevoerd, aan wie en op welke grondslag?

Vragen?

Wanneer u overleg wilt over een turboliquidatie van uw onderneming, of vragen hebt over een turboliquidatie van een van uw debiteuren, nodigen wij u uit om contact met ons op te nemen. Graag bekijken en bespreken wij dan uw opties.