Waar zaken worden gedaan worden ook door ondernemers algemene voorwaarden over en weer overgelegd en van toepassing verklaard bij overeenkomsten. Wat gebeurt er dan als de algemene voorwaarden van twee partijen die met elkaar zaken doen allebei van toepassing zijn verklaard? En wat als deze voorwaarden dan onderling tegenstrijdig zijn of met elkaar botsen? Welke set algemene voorwaarden prevaleert dan? Onlangs heeft de Raad van Arbitrage zich over deze vragen moeten buigen in een situatie waarbij een onderaannemer en een bouwbedrijf allebei algemene voorwaarden van toepassing hadden verklaard.
Veel geschillen in de praktijk zien op de vraag welke algemene voorwaarden tussen partijen van toepassing zijn. De stelregel die daarbij gehanteerd wordt is kort gezegd, dat de algemene voorwaarden waarnaar als eerste is verwezen, van toepassing zijn op de overeenkomst. De andere partij kan er vervolgens voor zorgdragen dat die algemene voorwaarden niet van toepassing zijn, door ze uitdrukkelijk van de hand te wijzen.
Maar wat nu als er juist (bewust) meerdere sets algemene voorwaarden op een overeenkomst van toepassing zijn verklaard door partijen? In de dagelijkse praktijk komt dit steeds meer voor. Voornamelijk in de bouwpraktijk beschikken partijen vaak over eigen algemene voorwaarden, zulks naast de standaardvoorwaarden zoals de UAV 2012, DNR 2011, AVA 2013, etc. Dat levert vaak tegenstrijdige bedingen op. De Raad van Arbitrage heeft op 21 oktober 2015 antwoord gegeven op de vraag hoe hier in de praktijk mee moet worden omgegaan.
Het ging in dit geval om een aannemingsovereenkomst tussen een bouwcombinatie en een onderaannemer, waarbij zowel de algemene voorwaarden van de bouwcombinatie als die van de onderaannemer van toepassing werden verklaard. Er ontstond tussen partijen een geschil over de betaling van een factuur, waarbij de bouwcombinatie stelde dat de onderaannemer de betaling van de factuur op grond van haar algemene voorwaarden niet mocht opschorten. De onderaannemer stelde echter dat de algemene voorwaarden geen deel uitmaakten van de overeenkomst, omdat de algemene voorwaarden onderling tegenstrijdig waren.
In het verleden is in de rechtspraak bepaald dat bij tegenstrijdigheid van algemene voorwaarden géén van de sets algemene voorwaarden deel uitmaakt van de overeenkomst. De Raad van Arbitrage heeft nu echter geoordeeld dat deze regel niet meer van toepassing is. De regel is volgens de Raad van Arbitrage achterhaald door een uitspraak van de Hoge Raad van 24 april 2015, waarin is bepaald dat in geval van tegenstrijdige bedingen, door uitleg dient te worden vastgesteld welke van die bedingen prevaleert. Hierbij zal moeten worden beoordeeld wat partijen over en weer redelijkerwijs uit elkaars verklaringen en gedragingen hebben mogen afleiden en redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. De Raad van Arbitrage heeft de bedingen uit de algemene voorwaarden van de bouwcombinatie en de onderaannemer vervolgens aan de hand van de voormelde nieuwe regel aldus beoordeeld en vastgesteld dat het beding uit de algemene voorwaarden van de bouwcombinatie gewoon geldt. Het gevolg is dat de onderaannemer niet mocht opschorten.
Van belang om te onthouden is dat de rechter of arbiter bij tegenstrijdige bedingen altijd moet kijken welk beding in de omstandigheden van het geval prevaleert. Om niet overgeleverd te zijn aan de grillen van een rechter of arbiter, is het derhalve raadzaam om voorafgaand aan het sluiten van een overeenkomst stil te staan bij de vraag naar welke voorwaarden wordt verwezen en wat te doen bij tegenstrijdigheden tussen deze voorwaarden. Het van toepassing verklaren van algemene voorwaarden is maatwerk en de gevolgen wanneer dat niet op de juiste wijze gebeurt, kunnen bij een eventueel geschil groot zijn.
Heeft u vragen over uw algemene voorwaarden? Neem gerust contact op!