Bewijsnood? Misschien biedt de zogenaamde verzwaarde motiveringsplicht hulp

12 jul 2024

Op 8 juli 2022 heeft de Hoge Raad (ECLI:HR: 2022:1058) bij arrest een uitspraak gedaan over de bewijslast met betrekking tot het al dan niet ontvangen hebben van subsidies door een partij. Dit arrest ziet met name op de zogenaamde verzwaarde motiveringsplicht.

Wat als u iets stelt, maar het bewijs daarvoor kunt u niet tonen omdat alleen de wederpartij daarover beschikt, terwijl die wederpartij simpelweg uw stelling betwist zonder al te veel onderbouwing? De rechter kan dan van oordeel zijn dat de wederpartij het verweer méér moet motiveren, onder meer door de documenten te overleggen die alleen die wederpartij heeft. Dit wordt dus de verzwaarde motiveringsplicht genoemd.

Achtergrond: de verzwaarde motiveringsplicht fungeert als een instrument voor de rechter om een onredelijke onevenwichtigheid in de bewijspositie tussen partijen te herstellen. Voor het arrest van 8 juli 2022 leek dit vaak beperkt tot kwesties waar gedaagde beroepsmatig had opgetreden (zoals artsen, financieel adviseurs, notarissen) en de eiser een (relatieve) leek was. Een ander voorbeeld was de situatie waarbij een bestuurder van een B.V., die tevens enig aandeelhouder was van die vennootschap, door een schuldeiser werd aangesproken op grond van onrechtmatige daad omdat die bestuurder bewerkstelligd zou hebben dat de B.V. haar verplichtingen tegenover de schuldeiser niet nakwam (betalingsonwil). De bestuurder verweerde zich dan vaak met het argument dat de B.V. simpelweg niet in staat was te betalen (betalingsonmacht) maar verstrekte daarvan dan geen  bewijs, hoewel hij wel beschikte over de administratie. Aangezien de schuldeiser de bewijslast droeg, kwam deze daardoor in bewijsnood te verkeren. Een beroep op de verzwaarde motiveringplicht bood dan nog wel eens uitkomst.

Nieuwe toepassingen na het arrest: uit jurisprudentie ná de uitspraak van de Hoge Raad van 8 juli 2022 lijkt te volgen dat de verzwaarde motiveringsplicht breder wordt toegepast door de rechters. Weliswaar zijn er geen algemene regels of specifieke criteria vastgesteld door de Hoge Raad, maar de toepassing beperkt zich niet slechts tot situaties waarin er grote onevenwichtigheid is in (beroepsmatige) kennis van partijen. Het heeft er schijn van dat de verzwaarde motiveringsplicht ook wordt toegepast wanneer er een ernstige verstoring van het procesrechtelijk evenwicht dreigt te ontstaan. Denk daarbij aan het geval  dat een partij de bewijslast heeft, maar tegelijkertijd ook aannemelijk is dat belangrijke informatie of bescheiden om aan die bewijslast te kunnen voldoen zich louter in het domein van de wederpartij bevinden. Zo volgt uit recente jurisprudentie dat de verzwaarde motiveringsplicht ook door rechters is aangehaald in onder meer een burengeschil[1], een geschil tussen een onderneming en een pensioenfonds over de werkingssfeer van een pensioenregeling[2], een procedure over de afwikkeling van een ontbonden huwelijksgoederengemeenschap[3], en een geschil over de vraag of een rechtsverhouding tussen partijen nu een overeenkomst van lastgeving was of niet[4].

Conclusie: verkeert u in bewijsnood omdat het bewijs van uw stellingen zich bevindt in het domein van de wederpartij, dan kan een beroep op de verzwaarde motiveringsplicht een uitkomst bieden. Het arrest van de Hoge Raad van 8 juli 2022 lijkt in ieder geval mogelijkheden te bieden om in meer situaties hier met succes beroep hierop te doen dan voorheen. 


[1] rechtbank Den Haag, 05-10-2022, ECLI:NL:RBDHA:2022:10017;

[2] Hoge Raad, 02-06-2023, ECLI:NL:HR:2023:847;

[3] gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 22-11-2022, ECLI:NL:GHARL:2022:10010;

[4] rechtbank Rotterdam, 17-04-2024, ECLI:NL:RBROT:2024:3757.

Guido Philipsen

Guido Philipsen

Advocaat en eigenaar

Guido is gespecialiseerd in ondernemingsrecht, handelsrecht, arbeidsrecht en vastgoed- en huurrecht. Voor het aanspannen van succesvolle procedures moet je ook bij Guido zijn.