DE CONTRACTUELE BOETE

9 jun 2022

Het boetebeding komt in de contractenrechtpraktijk veel voor. Dit beding kan worden opgenomen in iedere overeenkomst. Het is onder meer populair in en bekend van koopcontracten met betrekking tot onroerend goed. Denk aan de 10%-boete uit het standaard NVM-koopcontract. Maar in welke gevallen kun je nu precies aanspraak maken op de hierin opgenomen contractuele boete? Het gerechtshof Amsterdam deed hierover recent uitspraak.

Het boetebeding

Een boetebeding is volgens de wet ieder beding waarin is bepaald dat de schuldenaar, indien hij in het nakomen van de overeenkomst tekortschiet, een geldsom of andere prestatie aan de schuldeiser moet voldoen. Daarbij is niet van belang of die boete is bedoeld als vergoeding van de schade of enkel een aansporing is om tot nakoming over te gaan.

Doel boetebeding

De wet noemt dus twee mogelijkheden waartoe een boetebeding kan dienen.

Gefixeerde schadevergoeding

Enerzijds kan een boetebeding als functie hebben discussies over de omvang van de schade te voorkomen. Partijen kunnen bijvoorbeeld afspreken dat de partij die te laat levert of een concurrentiebeding overtreedt een contractuele boete van € 250 per dag verschuldigd wordt aan de andere contractspartij.  

Voor een geslaagd beroep op het boetebeding is niet noodzakelijk dat degene die zich daarop beroept ook daadwerkelijk schade lijdt. Partijen leggen de schadevergoedingsplicht en de omvang daarvan op voorhand in het boetebeding vast.

Financiële prikkel

Anderzijds kan het boetebeding dienen als financiële prikkel om tot nakoming over te gaan. Wanneer de schuldenaar niet of niet op tijd nakomt, wordt hij geconfronteerd met een financiële sanctie: de contractuele boete. Die boete loopt vaak op per dag of week, etc. dat de schuldenaar zijn verplichtingen niet nakomt.

Boete, wettelijke schadevergoeding of allebei (cumulatie)

Wanneer een partij zich op het boetebeding beroept, vordert hij betaling van de boete. Volgens de wet komt die boete in principe in plaats van de schadevergoeding die die partij op grond van de wet kan vorderen.

Echter, de wettelijke bepalingen met betrekking tot het boetebeding zijn grotendeels van regelend recht. Partijen mogen dus andere afspraken maken. Zij kunnen bijvoorbeeld afspreken dat naast de boete ook nog de daadwerkelijke schade moet worden vergoed, dat noemen we cumulatie.

Matiging

De wet bepaalt dat de boete gematigd kan worden indien de billijkheid dat klaarblijkelijk vereist. Een schuldenaar kan proberen de boete te laten matigen wanneer hij deze te hoog vindt. Dit is volgens vaste rechtspraak slechts mogelijk in zeer uitzonderlijke omstandigheden: namelijk wanneer de boete gelet op alle omstandigheden van het geval zou leiden tot een buitensporig en onaanvaardbaar resultaat. Matiging komt dan ook niet vaak voor.

Het wetsartikel met betrekking tot matiging van een contractuele boete is van dwingend recht. Partijen kunnen de mogelijkheid tot matiging niet contractueel uitsluiten. Partijen kunnen wel een maximale hoogte van de boete vaststellen, waardoor de kans op matiging kleiner wordt.

Wanneer komen partijen cumulatie overeen?

In de casus die ten grondslag lag aan de uitspraak van het hof Amsterdam bestond discussie of partijen waren afgeweken van de wet.

De feiten

Verkopers zijn leden van een boerengezin dat zich richt op melkveehouderij en akkerbouw. Op 24 augustus 2016 hebben zij vijf percelen grond verkocht aan een projectontwikkelaar voor een bedrag van € 2.600.000. Vervolgens blijkt dat kopers moeite hebben met het verkrijgen van de benodigde financiering. Partijen maken daarom driemaal schriftelijk nadere afspraken, waarin onder andere de beoogde leverdatum steeds wordt uitgesteld. Kopers voldoen in ruil voor dat uitstel een waarborgsom ter hoogte van 10% van de koopsom, € 260.000, aan verkopers. Ook wordt het volgende boetebeding overeengekomen:

‘3. Indien de Overdracht niet op uiterlijk 7 augustus 2017 heeft plaatsgevonden zal Koper zonder nadere aankondiging en/of ingebrekestelling in verzuim zijn en zal de waarborgsom als een niet voor rechterlijke matiging vatbare gefixeerde boete ad € 260.000,00 door Koper aan Verkoper vervallen zijn.’

Uiteindelijk wordt de koopovereenkomst op 25 juli 2018 door verkopers ontbonden omdat kopers nog steeds de koopsom niet hebben voldaan. Partijen zijn beide van mening dat kopers tekort zijn geschoten in de nakoming van hun verplichtingen op grond van de koopovereenkomst. Verkopers proberen in een procedure hun schade op de kopers te verhalen.

Standpunt partijen

Kopers vinden dat zij de verschuldigde schadevergoeding reeds hebben voldaan doordat zij de overeengekomen boete al hebben betaald bij het storten van de waarborgsom. Verkopers zijn echter van mening dat het boetebeding enkel zag op het verleende uitstel tot betaling van de koopsom en afname van de gronden en niet op het geheel uitblijven daarvan.

Oordeel hof Amsterdam

Het hof wijst als eerste op de wet waarin staat dat hetgeen dat op grond van een boetebeding is verschuldigd in beginsel in de plaats treedt van wettelijke schadevergoeding. Of partijen daarvan zijn afgeweken wordt niet alleen bepaald door wat zij schriftelijk in de verschillende overeenkomsten hebben vastgelegd. Van belang is ook de bedoeling van partijen en hetgeen zij redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten op grond van alle concrete omstandigheden van het geval. Dit betreft de in de rechtspraak ontwikkelde Haviltexnorm die ziet op de uitleg van overeenkomsten.

Conclusie hof

Het hof komt tot de conclusie dat het boetebeding niet slechts ziet op vertragingsschade door te late voldoening van de koopsom. Uit de tekst van het boetebeding blijkt volgens het hof dat het boetebeding ook ziet op de situatie dat de koopsom geheel niet wordt voldaan. Kopers worden dus in het gelijk gesteld.

Belang overige contractsbepalingen

Het hof heeft zijn conclusie mede gebaseerd op de overige contractsbepalingen die gelden tussen partijen. In verschillende andere bepalingen wordt namelijk wel expliciet genoemd dat die zien op vertragingsschade, dat maakt het ontbreken van de koppeling met vertragingsschade in het boetebeding des te veelzeggender volgens het hof. Over een door verkopers bedongen voorkeursrecht is opgenomen dat kopers zich het recht voorbehouden om algehele schadevergoeding te vorderen. Een dergelijk voorbehoud ontbreekt ten aanzien van het voldoen van de koopsom en de afnameplicht van de gronden. Daaruit leidt het hof af dat partijen dus niet de bedoeling hadden overeen te komen dat de verkopers naast de contractuele boete ook nog hun daadwerkelijk geleden schade op kopers konden verhalen.

Tot slot wijst het hof erop dat partijen zijn overeengekomen dat de waarborgsom van € 260.000 bij overdracht in mindering zou worden gebracht op de koopprijs. Wanneer het bedrag enkel zou zijn bedoeld als compensatie voor de opgelopen vertraging, zou het niet logisch zijn om dat bedrag in mindering te brengen op de koopprijs bij uiteindelijke levering. Het boetebeding werd namelijk pas overeengekomen ná de eerste vertraging. Het is bovendien de makelaar van verkopers geweest die de overeenkomst heeft opgesteld. Een onduidelijkheid kan daarom volgens het hof niet in het nadeel van kopers worden uitgelegd.

Tot slot

Uit deze uitspraak blijkt maar weer dat de precieze bewoordingen van een contractuele bepaling zoals het boetebeding zeer nauw komen.

Heeft u vragen over het bovenstaande of wilt u graag een boetebeding opnemen in een overeenkomst? Onze advocaten – gespecialiseerd in het contractenrecht – helpen u graag verder!

Judith van Lierop

Judith van Lierop

Advocaat

Judith richt zich met name op het personen- en familierecht en contractenrecht. Ondernemers kunnen ook bij haar terecht voor zaken rond incasso’s en uitblijvende betalingen.