Het lukt de wetgever al jaren niet om het onderscheid tussen een arbeidsovereenkomst en een zzp-samenwerking helder en eenduidig te formuleren. Het lijkt erop dat de FNV heeft besloten om dat wetgevingsproces niet langer af te wachten. In 2021 zijn hierover meerdere rechterlijke uitspraken gewezen, in kwesties die door de FNV aanhangig zijn gemaakt.
In dit artikel zal worden ingegaan op drie van deze uitspraken, betreffende Deliveroo Netherlands (16 februari 2021; ECLI:NL:GHAMS:2021:392), Uber (13 september 2021; ECLI:NL:RBAMS:2021:5029) en Helpling (21 september 2021; ECLI:NL:GHAMS:2021:2741).
De arbeidsovereenkomst: arbeid, loon en gezag
In deze drie zaken stond steeds de vraag centraal of de “workers” (de koeriers, chauffeurs, schoonmakers) bij het kennisplatform in loondienst zijn, of dat zij als zelfstandig opdrachtnemer zijn te kwalificeren. Van een arbeidsovereenkomst is sprake als er arbeid wordt verricht, waarvoor loon wordt verkregen en dat onder gezag wordt uitgevoerd.
Arbeid
In alle drie de zaken concludeerden de rechters dat er sprake was van het verrichten van arbeid. Bij Uber bestaat de arbeid eruit dat de chauffeurs passagiers vervoeren met gebruikmaking van de Uberapp. Met die werkzaamheden verrichten zij feitelijk het vervoer dat Uber via haar app aanbiedt.
In de Deliveroo-zaak betwistte Deliveroo niet dat de koeriers arbeid verrichten. De discussie spitste zich toe op de vraag of die arbeid wel persoonlijk moest worden verricht (of dat koeriers bevoegd zijn om derden daarvoor in te schakelen). Hoewel het hof constateerde dat de koeriers bevoegd zijn om een opdracht uit te besteden, achtte het hof dit niet onverenigbaar met het bestaan van een arbeidsovereenkomst.
Ook in de Helpling-zaak concludeerde de rechter dat de schoonmakers arbeid verrichten. Die arbeid wordt weliswaar niet verricht voor Helpling, maar voor de huishoudens die de schoonmaakdiensten ontvangen.
Loon
In alle drie de kwesties concludeerden de rechters dat de “workers” loon ontvingen. De betalingen van de opdrachtgevers aan de “workers” lopen via deze platformbedrijven (dan wel concernvennootschappen of samenwerkingspartners daarvan), al staat Helpling onder omstandigheden een uitzondering hierop toe.
Anders dan de Uber-chauffeurs en de Deliveroo-koeriers, hebben de Helpling-schoonmakers zelf enige invloed op de hoogte van hun (uur)tarief. Dat gegeven is, op zichzelf, echter onvoldoende om te concluderen dat er daarmee (per definitie) geen sprake kan zijn van een arbeidsovereenkomst.
Gezag
Het gezag is in dit soort zaken over het algemeen het grootste discussiepunt. Tevens is dit ook het lastigste aspect, doordat de mate van eigen invloed van functie tot functie verschilt.
In alle drie de zaken oordeelden de rechters dat er aan het gezagscriterium van de arbeidsovereenkomst werd voldaan. In de Uber-kwestie kwam de rechter tot dit oordeel, doordat Uber, via haar app, niet alleen controle had over de ritprijs en de route, maar ook over de voorwaarden en toegang van de chauffeurs tot haar platform.
Ook in de Deliveroo-uitspraak was er volgens de rechter, sprake van gezag, nu het Deliveroo is die de inhoud van de contracten en de wijze waarop de werkzaamheden worden georganiseerd steeds eenzijdig kan wijzigen. Ook werd hierbij betrokken dat de GPS-locatie van de bezorger voortdurend in de gaten wordt gehouden door de klant en Deliveroo. Tot slot achtte het hof relevant dat de bezorgers – door hun kleding en tassen e.d. – als onderdeel van Deliveroo worden herkend en niet als zelfstandige ondernemers.
Ook bij Helpling is naar het oordeel van het hof sprake van een arbeidsovereenkomst. De uitspraak van Helpling ziet er op het gebied van het gezag echter anders uit. Hoewel Helpling betrokken is bij de totstandkoming en de financiële afwikkeling van de dienstverlening, spelen de schoonmaakwerkzaamheden zich buiten haar gezichtsveld af. De schoonmaakwerkzaamheden, de middelen en de wijze van het uitvoeren worden door het huishouden bepaald. Onder die omstandigheden kwalificeert het hof de samenwerking als een uitzendovereenkomst.
De oordelen van de rechters
Op deze gronden kwalificeren de rechters de samenwerking in alle drie de kwesties als een arbeidsovereenkomst, met dien verstande dat bij Helpling sprake is van een bijzondere arbeidsovereenkomst, namelijk een uitzendovereenkomst.
De chauffeurs van Uber vallen daarmee onder de CAO Taxivervoer. De schoonmakers van Helpling vallen juist niet onder de schoonmaak-CAO. Omdat Helpling namelijk geen toezicht houdt op de schoonmaakwerkzaamheden, is zij geen schoonmaakbedrijf. Zij moet worden beschouwd als uitzendbureau.
De toekomst?
De onderhavige discussie speelt niet alleen bij platformbedrijven, maar doet zich ook voor bij “traditionele” functies. Wie kent niet de bouwvakker, verpleegkundige, thuiszorgmedewerker of docent die – nadat de arbeidsovereenkomst was beëindigd – zijn werkzaamheden als zzp-er heeft voortgezet? Er is dan ook een goede kans dat deze uitspraken verstrekkendere gevolgen hebben dan alleen de kenniseconomie.
Ongetwijfeld zal hierover meer duidelijkheid ontstaan de Hoge Raad zich hierover (nader) heeft uitgelaten. Het is namelijk onaannemelijk dat niet over ten minste één van deze kwesties wordt doorgeprocedeerd tot aan de Hoge Raad.
Vragen?
Indien u zich afvraagt of er al dan niet sprake is van een arbeidsovereenkomst en wilt weten wat uw rechten en plichten zijn, bespreken wij graag de mogelijkheden met u. Onze advocaten – gespecialiseerd in het arbeidsrecht – helpen u graag verder.