De frustratie van iedere ondernemer: debiteuren die de facturen niet betalen. Een vervelend probleem, zeker als nadere actie nodig is om betaling af te dwingen. Aanmaningen, incassomaatregelen…het kost je als ondernemer tijd en geld. Het is fijn als je die kosten (in ieder geval gedeeltelijk) kunt doorbelasten aan de debiteur. Hoe zit het precies met de buitengerechtelijke incassokosten en wat zijn de voorwaarden om daar aanspraak op te kunnen maken?
De kosten die voorafgaand aan een gerechtelijke procedure worden gemaakt om de factuur betaald te krijgen, heten ‘buitengerechtelijke incassokosten’. Hieronder vallen kosten zoals het versturen van een sommatiebrief, schikkingsonderhandelingen en administratiekosten. Sinds 1 juli 2012 bestaat er een wettelijke regeling over het vorderen van buitengerechtelijke incassokosten. Over die regeling is er de laatste jaren echter veel te doen geweest. Er zijn laatst zelfs nog vragen voorgelegd aan de Hoge Raad over de buitengerechtelijke incassokosten regeling, omdat er zoveel discussie over bestaat in de praktijk.
Wat weten wij wel zeker? Wij hebben een aantal uitgangspunten voor u op een rij gezet:
-
De wettelijke regeling voor buitengerechtelijke kosten is van toepassing op vorderingen die voortvloeien uit overeenkomsten tot betaling van een geldsom. De regeling is dus niet van toepassing op bijvoorbeeld een vordering uit hoofde van schadevergoeding.
-
In de regeling is de maximale hoogte van de vergoeding vastgesteld op een forfaitair percentage van de verschuldigde hoofdsom. Daarmee staat de hoogte van de verschuldigde kosten vast, en zijn de kosten niet afhankelijk van de daadwerkelijk gemaakte incassokosten.
-
Een rechter toetst wél altijd of het aannemelijk is dat er daadwerkelijk incassokosten zijn gemaakt en dat er dus ook daadwerkelijk incassohandelingen zijn verricht.
-
Bedrijven mogen onderling in hun overeenkomsten of bijvoorbeeld in hun algemene voorwaarden afwijken van de regeling, maar voor consumenten is de regeling dwingend recht.
-
Is de debiteur een consument? Dan komt het nogal nauw welke incassohandelingen zijn verricht voor de vraag of u aanspraak kan maken op buitengerechtelijke incassokosten. Zo moet u de consument in een sommatiebrief hoe dan ook 14 dagen de tijd geven om vrijwillig tot betaling over te gaan. Over wanneer die 14 dagen ingaan en aan welke voorwaarden deze brief precies moet voldoen, is er in de praktijk nogal veel discussie. Hopelijk komt de Hoge Raad binnenkort met antwoorden.
Heeft u hierover vragen of wilt u meer over dit onderwerp weten? Neem dan gerust contact met ons op!