Op 1 september 2016 is de Wet bescherming erfgenamen tegen schulden in werking getreden. Door deze wet zijn erfgenamen beter beschermd tegen onverwachte schulden. Als een erfgenaam na zuivere aanvaarding van de nalatenschap geconfronteerd wordt met een schuld die hij niet kende en ook niet behoorde te kennen, dan kan hij de kantonrechter voortaan binnen 3 maanden na ontdekking ervan verzoeken de nalatenschap alsnog beneficiair te mogen aanvaarden. Bij beneficiaire aanvaarding staat een erfgenaam niet met zijn eigen vermogen in voor de schulden van de nalatenschap.
De praktijk
Kantonrechters zijn echter zeer terughoudend in de toekenning van deze verzoeken. Dit blijkt onder meer uit een uitspraak van de kantonrechter van de rechtbank Gelderland van 28 juni 2018, waarin werd geoordeeld dat een overbedelingsschuld voortvloeiend uit een ouderlijke boedelverdeling in 1994 geen onverwachte schuld is in de zin van deze wet.
De casus
Een echtpaar had 11 kinderen. In 1994 kwam de vader te overlijden. Op zijn nalatenschap was de ouderlijke boedelverdeling van toepassing. Dat betekent dat alle kinderen een vordering op moeder hebben verkregen ter grootte van 1/12e deel van de nalatenschap van vader, welke vorderingen pas opeisbaar werden bij het overlijden van moeder.
Jaren later kwam moeder te overlijden, met achterlating van haar 11 kinderen als erfgenaam. 9 erfgenamen hebben de nalatenschap van moeder zuiver aanvaard en 2 erfgenamen hebben de nalatenschap beneficiair aanvaard. Naast erfgenaam zijn alle 11 kinderen ook schuldeiser in de nalatenschap van moeder; hun erfdeel in de nalatenschap van vader is immers opeisbaar geworden. Dit betreft de zogenoemde overbedelingsschulden. Moeder is bij overlijden van vader overbedeeld met de erfdelen van de kinderen.
Op enig moment raakten de erfgenamen bekend met het bestaan van de overbedelingsschulden van de nalatenschap. Daaruit bleek dat de nalatenschap van de moeder niet toereikend was om de overbedelingsschulden aan de kinderen te kunnen voldoen.
Hierdoor ontstond de situatie dat de 2 erfgenamen die de erfenis van moeder beneficiair hadden aanvaard, meer zouden ontvangen dan de 9 erfgenamen die de erfenis van moeder zuiver hadden aanvaard.
De kantonrechter wijst het verzoek af
Omdat de 9 erfgenamen die de erfenis van moeder zuiver hadden aanvaard deze uitkomst onwenselijk en onredelijk vonden, hebben zij de kantonrechter verzocht om de nalatenschap alsnog beneficiair te mogen aanvaarden. Zij beriepen zich erop dat zij niet bekend waren met de overbedelingsschuld, omdat hun moeder de nalatenschap van hun vader had afgewikkeld. Tevens deden zij een beroep op de redelijkheid en billijkheid.
De kantonrechter heeft dit verzoek van de erfgenamen evenwel afgewezen. Naar het oordeel van de kantonrechter had het op de weg van de erfgenamen gelegen om na het overlijden van hun vader bij hun moeder te informeren naar zijn testament, dan wel hier na het overlijden van moeder onderzoek naar te doen, voordat zij de erfenis van moeder zuiver aanvaardden. De kantonrechter bestempelt overbedelingsschulden dus als schulden die je op zijn minst had behoren te kennen.
Hoewel de kantonrechter zich kon voorstellen dat de uitkomst – te weten dat de 2 erfgenamen hierdoor meer zouden ontvangen dan de 9 andere erfgenamen – mogelijk in strijd was met de wensen van hun ouders, achtte de kantonrechter de uitkomst naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet onaanvaardbaar. De kantonrechter verwees hierbij naar de omstandigheid dat deze uitkomst een gevolg was van het handelen van de 9 erfgenamen zelf. Zij hadden er immers zelf voor gekozen om de erfenis zuiver te aanvaarden, in plaats van beneficiair.
Conclusie
Een overbedelingsschuld kan aldus tegelijkertijd een lust en last zijn, afhankelijk van de positie waarin u verkeert. Staat u op het punt een nalatenschap te aanvaarden? Wees dan altijd bedacht op eventuele overbedelingsschulden in verband met het overlijden van een eerder overleden partner. Weet u niet zeker of er sprake is van een overbedelingsschuld? Vermijd dan elk risico en aanvaard de nalatenschap beneficiair.