Het concurrentiebeding en de e-mail

8 okt 2018

Een concurrentiebeding, of formeel beter verwoord: het non-concurrentiebeding, is een bepaling in de arbeidsovereenkomst die de werknemer verbiedt om na de beëindiging van de arbeidsovereenkomst binnen een bepaalde regio werkzaamheden te verrichten die met de werkgever concurreren.

Het relatiebeding is ook een concurrentiebeding

Een relatiebeding verbiedt de werkgever om na beëindiging van de arbeidsovereenkomst werkzaamheden te verrichten voor (en/of in dienst te treden bij) de relaties van de werkgever.

Er is lang gediscussieerd of voor een relatiebeding dezelfde strenge regels gelden die ook voor een concurrentiebeding gelden. In een arrest van 3 maart 2017 heeft de Hoge Raad deze vraag bevestigend beantwoord.

Hoe zat het ook alweer?

Een concurrentiebeding beperkt de werknemer ernstig in zijn mogelijkheden om elders in dienst te treden na beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Om die reden kent de wet enkele voorwaarden voor de totstandkoming van een concurrentiebeding.

Zo dient de medewerker in de eerste plaats meerderjarig te zijn. Tevens moet de werkgever motiveren waarom het beding noodzakelijk is vanwege zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen, indien de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd wordt aangegaan. Bij contracten voor onbepaalde tijd geldt dit laatste dus niet.

Het schriftelijkheidsvereiste

Een andere belangrijke voorwaarde voor de geldigheid van het concurrentiebeding, is dat het schriftelijk is vastgelegd.

Wanneer is iets schriftelijk vastgelegd?

Een concurrentiebeding is sowieso schriftelijk is vastgelegd, wanneer het is opgenomen in een door de werknemer ondertekende arbeidsovereenkomst.

Indien het concurrentiebeding is opgenomen in arbeidsvoorwaarden die zijn vastgelegd in een ander document dan dat is ondertekend door de werknemer, heeft de Hoge Raad in een arrest van 28 maart 2008 geoordeeld dat voor schriftelijkheid moet zijn voldaan aan één van de twee volgende vereisten:

  • de arbeidsvoorwaarden waren als bijlage bij het ondertekende document gevoegd en in dat document is naar die arbeidsvoorwaarden verwezen; of
  • de werknemer heeft in het ondertekende document uitdrukkelijk verklaard dat hij instemt met het concurrentiebeding.

Ter bescherming van de belangen van de werknemer dienen deze eisen strikt te worden uitgelegd.

De dagelijkse praktijk: de e-mail

Veel contacten lopen tegenwoordig via de e-mail. Ook veel arbeidsovereenkomsten komen via die weg tot stand. Dit roept de vraag op of een concurrentiebeding ook per e-mail overeengekomen kan worden. Strikt genomen is een e-mail immers geen schriftelijk document, maar een digitaal bestand.

De praktijkgerichte kantonrechter te Dordrecht

Op 8 september 2011 oordeelde de kantonrechter Dordrecht dat een concurrentiebeding ook via de e-mail kan worden afgesloten.

Met zijn e-mail: “Zo is het akkoord wat mij betreft.”, in reactie op het per e-mail toegezonden concept van de arbeidsovereenkomst, had de werknemer in de ogen van de kantonrechter schriftelijk ingestemd met de arbeidsovereenkomst en het daarin opgenomen concurrentiebeding. Uit het vonnis blijkt dat de rechter veel waarde hechtte aan het feit dat de werknemer bekend was met de inhoud van het concurrentiebeding en de consequenties daarvan dus kon overzien.

Aangezien de uitspraak van de kantonrechter Dordrecht goed aansluit bij de dagelijkse praktijk en het rechtsgevoel van veel mensen, was er weinig commentaar op deze uitspraak.

De formalistische kantonrechter te Leeuwarden

Uit de uitspraak van de kantonrechter Leeuwarden van 14 augustus 2018 blijkt echter dat hierover toch anders kan worden gedacht. Hoewel de werknemer in die kwestie eveneens per e-mail had teruggekoppeld dat hij akkoord was met de per e-mail voorgelegde conceptversie van de arbeidsovereenkomst, oordeelde de kantonrechter dat het concurrentiebeding desondanks niet rechtsgeldig tot stand gekomen was.

www. De kantonrechter hechtte daarbij waarde aan het feit dat de werknemer het concept van de arbeidsovereenkomst niet aan zijn e-mail had gehecht, alsook dat hij in zijn e-mail niet had verwezen naar het concurrentiebeding.

Formeel correct, maar voelt niet goed

Hoewel deze uitspraak dogmatisch correct lijkt, is de uitkomst niet bevredigend. De werknemer is immers niet langer gebonden aan een concurrentiebeding, hoewel hij daarmee ondubbelzinnig had ingestemd. Voor ogen moet worden gehouden dat de schriftelijkheidseis niet wordt gesteld om het de werkgever onnodig lastig te maken, maar om er zeker van te zijn dat de werknemer weet en begrijpt waaraan hij zich verbindt. Dat de werknemer zich hiervan bewust was, stond in casu evenwel niet ter discussie.

Leg de arbeidsovereenkomst op papier vast!

Aangezien het over het algemeen voor beide partijen onwenselijk is dat ze niet weten waar ze aan toe zijn, blijkt uit deze uitspraak dat het verstandig is om de arbeidsovereenkomst (toch maar weer) op papier vast te (gaan) leggen, en niet af te werken via de e-mail.

Vragen?

Indien u over dit onderwerp vragen hebt, bespreken wij graag met u wat wij voor u zouden kunnen betekenen.